De overheid laat steeds meer aan gemeenten en inwoners over, terwijl een aantal maatschappelijke uitdagingen toeneemt. Denk aan klimaatverandering, energietransitie en het realiseren van de circulaire economie. Verder groeien we toe naar een participatiesamenleving. Daarin nemen inwoners steeds vaker het initiatief en trekken zij de verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid van hun omgeving naar zich toe. Het aantal sociale ondernemingen dat kansen biedt aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, groeit. Tegelijkertijd staat solidariteit tussen bevolkingsgroepen onder druk.
De landelijke politiek raakt steeds meer versnipperd. Dat vertaalt zich ook naar gemeentepolitiek. Daarnaast wordt de financiële ondersteuning van de centrale overheid steeds minder vanzelfsprekend, waardoor de druk op gemeentelijke budgetten toeneemt. Gemeenten overwegen ‘uitbesteden’ dan wel ‘samenwerken’ bij hun uitvoerende taken in het beheer van de openbare ruimte en in het afvalbeheer.
De kwaliteit van de gescheiden ingezamelde stromen neemt af. Dit staat recycling van grondstoffen in de weg en zorgt voor een toenemend verlies van grondstoffen door verbranding. Dit resulteert in afnemende opbrengsten. Tegelijkertijd nemen verwerkingskosten toe, waardoor financiën onder druk komen te staan. De circulaire economie krijgt langzamerhand vorm. Zowel consumenten als bedrijven nemen hun verantwoordelijkheid, daarbij geholpen door wet- en regelgeving. Technologie biedt een groeiend aantal mogelijkheden en wordt in steeds meer processen ingezet. Daarbovenop zien we toenemende aandacht voor het voorkomen van (rest)afval.
Inwoners worden steeds meer betrokken bij de invulling van de openbare ruimte, hun directe leefomgeving. Door klimaatverandering wordt de druk op het beheer van de openbare ruimte steeds groter. Daarbij neemt de aandacht voor duurzaamheid en biodiversiteit toe. Dat biedt kansen voor (technologische) vernieuwing in de buitenruimte.
Door de vergrijzing ontstaat een strijd om de werknemer. Het wordt daarom belangrijker om werknemers aan het bedrijf te binden en om als werkgever een duidelijk en authentiek profiel op de arbeidsmarkt te ontwikkelen. Daarnaast is een leven lang leren belangrijk om hoogwaardig vakmanschap op peil te houden. Dat geldt met name voor functies op MBO-niveau, omdat juist deze (midden-)functies vanwege baanpolarisatie en automatisering onder druk komen te staan.
Circulus heeft in 2023 al eerste stappen gezet in het kader van de nieuwe Europese CSRD wetgeving. Naast ons commitment aan de SDG’s van de VN betekent dit dat we stappen zetten in rapportage en monitoring van onze voortgang op diverse duurzaamheidsthema’s. Een eerste analyse met interne en externe stakeholders heeft ons geleerd dat de CSRD thema’s naadloos aansluiten bij de reeds ingezette strategie van Circulus. Te denken is aan CSRD thema’s als: Biodiversiteit en Ecosystemen, Klimaatverandering, Verontreiniging, Materiaalgebruik & Circulaire Economie en Eigen Personeel.
Circulus heeft ook in 2023 actief bijgedragen aan de CO2 reductiedoelstellingen die eerder met de aandeelhouders zijn afgesproken. De overstap op de fossielvrije brandstof HVO100, gemaakt van plantaardige afvalvetten, restmaterialen en oliën, draagt daaraan in hoge mate bij. In 2024 zullen we het tanken van HVO100 op onze vloot nog verder uitbreiden naar al onze locaties. Deze stappen sluiten ook aan bij de doelstelling van het Convenant Duurzame Inzamelvoertuigen, een overeenkomst die Circulus in 2020 heeft ondertekend. In het convenant spraken inzamelaars, leveranciers, opdrachtgevers en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met elkaar af in hoog tempo te werken aan verduurzaming van het wagenpark.
Zo is ons brandstofverbruik ten opzichte van 2021 gedaald met 14%, terwijl het elektraverbruik juist toenam met 30%. Het gasverbruik daalde met 17%. Omdat de CO2 uitstoten per eenheid niet gelijk zijn, is een herrekening nodig om tot een totaalvergelijk te kunnen komen. Natuurlijk neemt Circulus waar mogelijk groene varianten af. Uitgaande van de rekenhypothese dat alle energiebronnen grijs zouden zijn, is het genormaliseerde theoretische CO2 verbruik ten opzichte van 2021 met 11% of 500 ton gedaald. De omzetting van conventionele naar elektrische tractie heeft hier zeker aan bij gedragen.